Draag-voorschriften

Dragen is genieten. Je zult je kindje hoe dan ook dragen, met of zonder ergonomische babydrager. Heb dus ook vertrouwen in jezelf. Voelt het goed? Dan is het vaak ook goed. Heb je het gevoel dat een drager nog te losjes zit? Dan is dat waarschijnlijk ook zo. Het is belangrijk dat je je kindje in een positie bij je draagt, die ergonomisch is, maar vooral ook de natuurlijke houding nabootst. Uiteraard hebben we nog wat extra tips voor je, om rekening mee te houden.

Draag-voorschriften

 

(T) Dragers moeten strak genoeg zitten om je baby dicht bij je te kunnen knuffelen, omdat dit het meest comfortabel voor jullie beiden is. Eventuele losse stof kan uw baby naar beneden laten zakken in de drager wat hun ademhaling kan belemmeren, en tevens kan gaan trekken op je rug.

(I) Je moet altijd in staat zijn om het gezicht van je baby te zien door één blik naar beneden te werpen. De stof van een drager mag niet zo dicht om je kindje heen zitten, dat je die moet openen of wegtrekken om je kind te controleren.

(C) Het hoofd van uw baby moet zo dicht bij je kin zitten dat het nog comfortabel is. Door je hoofd naar voren te kantelen moet je in staat zijn om je baby te kussen op het hoofd of voorhoofd.

(K) Een baby moet nooit zo gebogen zitten dat hun kin op hun borst gedrukt zit, omdat dit hun ademhaling kan beperken. Zorg ervoor dat er altijd een ruimte is onder de kin van uw baby van ten minste een vinger breedte.

(S) Bij het rechtop dragen moeten baby’s comfortabel dicht bij de drager worden gehouden zodat hun rug wordt ondersteund in zijn natuurlijke positie, en hun buik en borst tegen je aan zitten. Als het
draagsysteem te los zit kunnen ze inzakken wat gedeeltelijk hun luchtweg kan blokkeren. (Dit kan worden getest door een hand op de rug van je baby te leggen en zachtjes te drukken - Je kindje
moet zich dan niet strekken of dichter tegen je aan gaan zitten)

VOORDAT JE BEGIN

1. Timing

Kies een goed moment uit om de eerste keer te gaan oefenen, als de baby rustig en tevreden is (na het eten, na een slaapje..of juist ervoor). Met een pop de techniek oefenen kan natuurlijk ook. Als jullie beiden wat geoefender zijn is het dragen in een draagdoek een ideale ‘troostmanier’, maar voor de eerste keer is het prettiger voor beiden als de omstandigheden rustig zijn. En vergeet niet: een baby voelt je feilloos aan; hoe rustiger & geduldiger jij bent, hoe rustiger de baby zal zijn. Je kunt dus ook tussendoor even een kleine pauze nemen, waarna je verder gaat met knopen. Het is geen wedstrijd en dus ook niet nodig om je kindje zo snel mogelijk in een drager te hebben zitten :). 

2. Kleding

Kleed de baby niet te warm! Behalve de drie lagen tricot waar de baby in ligt, krijgt het ook nog jouw lichaamswarmte. In de winter is alleen een winterjasje en mutsje voldoende, nog een keer je eigen jas eroverheen ritsen is al snel teveel van het goede. Bij warmer weer is een jasje zelfs helemaal overbodig en gebruik je de draagdoek binnenshuis: trek wat kleding uit (sokjes, broekje…eventueel alleen in een rompertje). Kijk naar de signalen die de baby afgeeft: rood hoofd, huilen, zweten, warm nekje…betekent te warm!

3. Los of strak?

Een draagdoek zit is eerder te los dan te strak omgeknoopt! Je hoeft bij het omknopen géén ruimte over te laten voor de baby, je mag deze redelijk strak omknopen. Bij te los omknopen zul je merken dat je kindje te laag komt te hangen. Hoe strakker de draagdoek, hoe hoger de baby zit. Hoe losser de draagdoek, hoe lager de baby in de draagdoek zal zitten. Het is even uitproberen hoe strak precies voor jullie het meest comfortabel is.

4. Baby eruit halen

Je haalt de baby eruit door de verschillende lagen stof van de draagdoek ‘af te pellen’. Je hoeft niet de hele draagdoek af te doen, maar kan de baby er daarna gewoon ‘uit tillen’.

5. Beweging

Ga zodra je de baby (de eerste keer) in de draagdoek hebt direct lopen, bewegen en ‘wiebelen’, zo wordt de baby rustig en zal hij snel zijn draai vinden en zich tegen je aan settelen. 

6. Rolstoel?

Voor mensen in een rolstoel is het handiger om de knoop aan de voorzijde te maken, zodat deze niet op de rug in de weg zit.

7. Knoop aan de voorkant

Ook als je de draagdoek alvast omknoopt, terwijl je eerst nog in de auto moet rijden kan dit handiger zijn (bijvoorbeeld als je naar stad rijdt en geen zin heb om de draagdoek ‘op straat’ om te knopen).

8. Versteviging voor het nekje

Als de baby nog niet voldoende stevigheid in de nek heeft, bied deze steun dan door de drie verschillende ‘banden’ zo hoog mogelijk over de rug, tot hoog in de nek, op te trekken, deze zullen dan de nek ondersteunen.

9. Buik tegen buik

Vanaf heden wordt het aangeraden om bij de houding vanaf 3 maanden (met de beentjes uit de draagdoek) buik tegen buik te dragen, dus met het gezicht van de baby naar je toe. Recent onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat bij het niet geheel goed dragen met het gezichtje van je af, dit enigszins belastend zou kunnen zijn voor de rug van de baby.

Advertentie: